Sjraar van Beek

Wie aan het einde van de lente een rondje maakte over het terrein van Greenport, zal het vast al zijn opgevallen: de grasvelden en grondwallen staan vol met de meest prachtige bloemen. Die bloemen gedijen daar niet zomaar, maar zijn het resultaat van jarenlang landschapsbeheer met behulp van… schapen? Ja, echt! Ondernemer Sjraar van Beek vertelt ons graag over zijn bedrijf De Wassum en de manier waarop hij met schapenbegrazing de biodiversiteit op Greenport tot bloei laat komen.

"Hier zijn we erin geslaagd de natuur en biodiversiteit maximaal tot ontwikkeling te laten komen”

Als afgestudeerd ecoloog, gespecialiseerd in landschapsecologie en natuurbeheer, begon Sjraar in 1988 slechts met een idealistische gedacht. “Ik vond dat de heide van Venlo er schandalig bij lag,” om maar met de deur in huis te vallen. “De gedachte die toen in me opkwam was: ‘Daar moet je een schaapskudde op zetten’. De heide en schapen horen namelijk bij elkaar,” legt hij verder uit. “Dan komt het vanzelf goed.” Zo gezegd zo gedaan dus, althans… “Ik heb er een schaapskudde op gezet, zonder zelf ooit herder geweest te zijn!” lacht Sjraar. “Maar, ik regelde een herder en kudde en ging het organiseren. Eigenlijk was het een baantje voor erbij, want ik was van alles aan het doen in die tijd.” Het duurde niet lang, of dat ‘baantje’ werd steeds groter. “Na verloop van tijd zag je dat de heide énorm opknapte van de schapen. Ik heb het laten zien aan het Limburgs landschap, Staatsbosbeheer, gemeentes en andere instanties. En toen werd het een business en is het compleet uit de hand gelopen. Ik ben nu al bijna 35 jaar fulltime bezig met dit begrazingsbedrijf.”

Dus, op zoek naar nieuwe kuddes?
“Nee hoor, dat gaat gewoon vanzelf, dat regelen de schapen onderling,” lacht Sjraar. “Een kudde schapen kun je niet zomaar kopen.” Ook leidt hij zelf herders op. Maar dat blijkt niet zijn corebusiness. “In Nederland zul je niet snel iemand vinden die hetzelfde doet als ik. Daarom stelde ik me op als ‘kennisverkoper’ en coach ik nu door het hele land mensen met het opzetten van dit soort bedrijven. Het gaat namelijk niet alleen om de schaapskudde en de herder. Het gaat er uiteindelijk om dat de natuur weer een bepaalde kwaliteit krijgt. Dat is precies wat we op Greenport ook doen.”

Hoe gaat het natuurbeheer met schapen op Greenport dan precies in zijn werk?
“Schapen eten selectief, net zoals wij,” vertelt Sjraar gepassioneerd. “Schapen eten het liefste gras. Dat betekent dat ‘ongewenste grassoorten’, of gras dat te hoog groeit, wordt opgegeten door de schapen. Maar ze eten niet álles kaal: ze laten bloemen en planten staan. Uiteindelijk, als al het gras op is, beginnen ze natuurlijk ook aan de rest, maar dat zou je nog een beetje kunnen zien als snoeiwerkzaamheden. We zorgen dus dat we op tijd weer gaan, zodat de bloemen en kruiden blijven staan.”

Schapenbegrazing lijkt dus beter te zijn voor de natuur.
“Jazeker,” beaamt Sjraar trots. “Ten opzichte van de maaimachine biedt schapenbegrazing een enorm ecologisch voordeel. Dit zeg ik heel eerlijk, en niet omdat we nu een interview voor Greenport aan het doen zijn,” vertelt hij verder, “maar als iemand erin geslaagd is om een ecologisch en divers natuurgebied aan te leggen, is het Greenport wel. Ik zei in de lente nog: hier moet je met een drone vliegen. Zóveel bloemen! Je kunt ze niet tellen, op elke vierkante meter staan minstens 100 bloemen. En dat komt door de schapen. Zij voorkomen dat grassen het gebied overnemen, door het constant weg te eten. De kruiden en bloemen groeien daar alleen maar beter door. En daarbij hebben schapen nog een fijne eigenschap: met hun vacht verspreiden ze de zaadjes van de bloemen waar ze langslopen. Voor zo’n prachtig natuurgebied hoef je dus eigenlijk niet veel te doen: alleen de natuur haar gang laten gaan.”

 

 

 

Heeft schapenbegrazing nog andere voordelen?
“Alles hangt natuurlijk samen,” vertelt Sjraar. Na bijna tien jaar samenwerken, heeft de biodiversiteit op Greenport een enorme boost gehad. “Hoe meer bloemen er zijn, hoe meer insecten er kunnen leven. Vlinders hebben bijvoorbeeld een voorkeur voor speciale bloemen, dus hoe diverser het grasland is, hoe diverser de insecten die er leven. Maar daar stopt het niet. Ook alles wat weer die insecten eet, kan hier leven. Vogels en kleine zoogdieren. En dan krijg je eigenlijk wat we de ‘piramide van de biomassa’ noemen. Die is in tien jaar helemaal tot ontwikkeling gekomen op Greenport.”

Een ruig en divers landschap
Sjraar is zeer tevreden over de samenwerking met het Ontwikkelbedrijf en vooral trots op het prachtige natuurgebied dat na jaren samenwerking is ontstaan. Volgens hem is Greenport een voorbeeld van een milieuvriendelijke manier van natuurbeheer. “In de stad, in de bermen, zie je dat er gekozen wordt voor ‘orde en netheid’,” legt hij uit. “Nu kun je denken, wat is daar mis mee? Maar het erge daaraan is dat ze niet alleen maaien, maar het maaiafval vervolgens ook nog ‘opzuigen’. Hierdoor worden insecten en hun eitjes en larven zomaar weggeslurpt, want die bevinden zich tussen dat groenafval dicht bij de grond. Als je je afvraagt waarom het slecht gaat met insecten: dit is waarom. Op Greenport zul je soms misschien denken, is het aan het verwilderen? Maar dat is de bedoeling, al het goede mag hier blijven staan. Dat is ook een beetje ruig en dynamisch: want zo komt de natuur maximaal tot ontwikkeling.”

Zo mens- en milieuvriendelijk als mogelijk
Dat Sjraar zo kan genieten van het landschap op Greenport, past bij de visie die hij heeft als ecoloog en bij zijn bedrijf De Wassum. “Wij zetten ons niet alleen in voor de natuur, maar werken bijvoorbeeld ook met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt,” vertelt hij. “Daarbij moeten we ervoor zorgen dat onze kuddes niet té groot worden en verkopen we schaaps- en lamsvlees. En dat smaakt bijna zoals wild, omdat de schapen altijd van de natuur hebben gegeten en een vrolijk leven in de buitenlucht hebben gehad.” Hij is trots op zijn bedrijf. “Ik vind dat de hele optelsom van wat je doet zo mens- en milieuvriendelijk als mogelijk moet zijn. En dat is ons aardig gelukt, al zeg ik het zelf. Wij hoeven immers geen benzine in onze maaiers te stoppen en ze ruimen ook nog eens op! De natuur regelt het zelf.”